De keuze voor een collectieve, schaalbare verduurzaming van gehele wijken die ook in de tijd sprongen maakt, zal voor de woningcorporaties in de praktijk mogelijk neerkomen op de keuze voor een warmtenet. Een belangrijk onderscheid tussen de warmtenetvarianten is de temperatuur van het aangevoerde bronwater. Stadsverwarming bijvoorbeeld is al jaren een beproefde methode, maar dit zogenaamde hoogtemperatuur-warmtenet (HT) heeft een decentrale energiebron nodig, zoals een afvalverwerkingsbedrijf. Daarbij kent het veel temperatuurverlies tijdens de doorvoer van het bronwater naar de aangesloten woningen en is het moeilijker schaalbaar. Daarnaast heeft de realisatie van een HT-netwerk grote impact op de fysieke leefomgeving. Daartegenover staat een Zeer Laagtemperatuur-Warmtenet dat geen temperatuurverlies kent. Het nieuwe ZLT-wamtenet kent genoemde nadelen niet.
Het ZLT-warmtenet is een zogenaamd Smart Thermal Grid (STG) net, een volledig elektrisch en zeer laagtemperatuur warmtenet met daarbij een bestuurbaar datanetwerk met een programmeerbare logische sturing (PLC). Via een decentrale Clara® boosterunit worden de individuele huishoudens op het STG aangesloten.
Wijkgericht wordt via horizontale boringen een gesloten leidingsysteem op een diepte van ongeveer 1,5 tot 2 meter gelegd. Daardoor stroomt met behulp van centrale warmtepompen water van zeer lage temperatuur (10°) naar de aangesloten woningen. Opwaardering van de watertemperatuur voor de individuele vraag naar ruimteverwarming en tapwater geschiedt in de woningen. Dat gebeurt met behulp van een decentraal geplaatste Clara® BoosterUnit (water-water warmtepomp (WWWP) met de afmeting van een hoge koelkast die de cv-ketel vervangt. De aangebrachte ventilatieconvectoren kunnen zowel verwarmen als ook koelen. Verder bezit de Clara® BoosterUnit een warmte- en elektriciteitsmeter voor de warmteproductie, zodat ieder huishouden individueel beleverd wordt en alleen zijn eigen verbruik betaalt. De elektrische voeding voor het gehele systeem gaat via een centrale wijktrafo die op het middenspanningsnet is aangesloten (grootverbruikaansluiting). Voordeel hiervan is dat er een betere capaciteitsverdeling naar de individuele aansluitingen mogelijk is. Door het plaatsen van eigen travo’s in de wijk bestaat ook de mogelijkheid om in diezelfde wijk elektrische laadstations te realiseren voor toekomstig gebruik.
Manager Research en Innovation Arjan Wargers
Elaad
Naast de waterleidingen wordt ook een mantelbuis met daarin een stroomkabel en een datakabel gelegd. De datakabel dient voor het PLC-datanetwerk waarmee het afnamegedrag per individuele aansluiting kan worden gemonitord en bestuurd. Doel van dit slimme energienet is te komen tot een betere afstemming tussen vraag en aanbod. ‘De netbeheerders, zoals Liander, zijn zeer geïnteresseerd in deze vorm van netnivellering, ook wel peak shaving genoemd,’ licht Arjan Wargers toe, manager Research en Innovation van Elaad (gezamenlijke netbeheerders). ‘Feitelijk gaat het om het inpassen van de wijkvraag binnen de beschikbare capaciteit op enig moment. Op niet-piektijden, zoals tijdens de nacht, kunt u bijvoorbeeld uw auto opladen of uw boiler opwarmen voor de ochtenddouche. Verder kunt u zonnepanelen op het STG aansluiten en zo zelf stroom opwekken.’
Vraag dan ons Visiedocument aan waarin u alles kunt lezen over hoe wij warmte zien anno nu. Of neem direct contact op met onze consultants. Zij vertellen u er graag meer over.