De Rijksoverheid gaf een belangrijke aanzet tot versnelling van de energietransitie van de gebouwde omgeving met het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Met behulp van zogenaamde gesubsidieerde proeftuinen kan ervaring worden opgedaan over aanpak en opschaling van een wijkgerichte energietransitie. Voor de uitvoering ervan stelt het Rijk tussen 2023 en 2030 jaarlijks 800 miljoen euro ter beschikking.
De regie in dit praktijkgerichte leerproces werd bij de gemeenten gelegd. Zij zijn verplicht een transitievisie warmte op te stellen met daaraan gekoppeld wijkuitvoeringsplannen. Daarin staat onder meer hoe een wijk (stapsgewijs) van het aardgas af gaat en met welk systeem dit gebeurt. Dat doen ze samen met verschillende stakeholders, zoals netbeheerders, energieleveranciers en woningbezitters, zowel particulieren als verhuurders. De uitkomst van het onderzoek is echter vrijblijvend. Huizenbezitters kunnen zelf aangeven hoe zij hun warmtevraag denken te moeten oplossen.
Sinds 2018 zijn er 66 Proeftuinen ‘aangewezen’, via het proeftuinprincipe wordt onderzocht wat de beste oplossing is voor wijkgerichte verduurzaming. Daarnaast geldt voor verhuurders de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH).
Wat zijn de knelpunten waar gemeenten en andere stakeholders tegenaan lopen? Als Kennis- en leerprogramma met 66 proeftuinen verbindt Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) gemeenten met elkaar. Via de bijeenkomsten voor beleidsambtenaren, bestuurders en raadsleden. Maar ook online via het platform, met toegang tot de praktijk-, leerervaringen en opgedane kennis voor álle gemeenten. Zo signaleren en agenderen we knelpunten en lossen we deze zoveel mogelijk op!